Vrijdag vertrokken we om half twee richting Brownsberg. Daar zou Errol (de gids) ons staan opwachten. Maar vooraleer we daar aankwamen kruisten we zijn bus met Duitse studentes. Dus hij nam ons mee naar het stuwmeer. Daar zagen we een heel groot meer met bomen boven water. Die bomen zaten wel 40 meter onder water. Onder het stuwmeer liggen er 30 dorpen.
Na dit even te bezichtigen trokken we naar Brownsberg. Via smalle wegjes kwamen we na 3 uur rijden aan op Brownsberg. Daar hadden we een heel mooi uitzicht over het stuwmeer. In de verte zagen we ook Tonkaeiland. Daar zouden we zaterdag naar stappen.
Nadat we ons geïnstalleerd hadden gingen we de omgeving verkennen. We liepen door het tropisch regenwoud. De apen baanden zich een weg door de bomen, boven ons hoofd. Het was echt tof om dit eens te zien. We zagen ook allerlei planten en bloemen.
Na deze wandeling gingen we eten. We aten herhi: zoute vis met verschillende aardvruchten. Het was heel lekker.
Na het eten begon Errol spontaan te zingen. Wij leerden wat liederen van hen en zij van ons. Het was best wel grappig om samen eens te zingen. Omdat het buiten wat kouder werd, trokken we naar de bar. Daar speelden we een spelletje ‘sjoelbakken’. We hebben wat afgelachen.
Moe trokken we om twaalf uur naar ons bedje.
Om zes uur ging onze wekker al. Het eerste wat Errol zei als hij in onze kamer kwam, was: ‘De bosbeheerder heeft gebeld en hij gaat jullie uit het park zetten omdat jullie meer lawaai maken dan de brulapen’. Wij lawaai maken? Nooit.
Om kwart na zes stapten we de berg op. Na een twintigtal minuutjes stappen waren we op een open vlakte. Van daar zouden we de zonsopgang zien. Er was maar één probleem, er ging wat bewolking. Daar ging onze prachtige zonsopgang, na een kwartiertje kijken zagen we de zon toch. Het was wel mooi om dit eens te zien. Met het gebrul van de brulapen op de achtergrond trokken we terug naar ons hutje om te ontbijten.
Na het ontbijt wandelden we naar de Leoval. Daar gingen wij onder de waterval staan. Zalig! Maar nadat we even konden genieten moesten we terug (bergop) naar onze verblijfplaats. Rond twaalf uur kwamen we daar aan. Na even te chillen gingen we gepakt en gezakt op tocht naar Tongaeiland.
Het werd een mooie tocht door het Tropisch Regenwoud. Na twee uur stappen konden we ons even verfrissen in de Witikreek. De twee gidsen waren aan het beven van de kou maar wij zwemden erop los.
Na het zwemmen moesten we nog 1u30 min stappen. Toen kwamen we aan onze boot. Het was een zalige boottocht. We hadden een heel prachtig uitzicht en de zon blonk op het water. Te mooi om te beschreven.
Na een twintigtal minuutjes varen kwamen we aan Tonkaeiland. Daar namen we intrek in onze hut dicht bij het water. Wij kozen voor de bedden die uitkeken op het Brokopondo stuwmeer. Vanuit onze bedden zouden we de ochtend nadien de zonsopgang perfect zien.
’s Avonds deden we niet echt veel. Nadat de lichten uitgevallen waren trokken de meesten naar hun bed. Behalve wij en de twee gidsen.
Nadat John (de kok) wat rum op had begon hij moppen te vertellen. En daarvan hebben onze medebewoners mogen meegenieten. Ze lagen dan wel al in hun bed maar als ze konden slapen is een andere vragen. Wij kwamen allesinds niet meer bij van het lachen.
Om één uur hadden we dan ook besloten om in ons bed te kruipen.
Om zes uur ging opnieuw de wekker. Hetzelfde probleem als gisteren: bewolking. Dus gingen we terug slapen. Om negen uur moesten we dan toch opstaan. Na het ontbijt verkenden we het eiland en leerden we nog wat nieuwe planten en dieren kennen.
Na onze wandeling mochten we nog even zwemmen in het warme Brokopondomeer tussen de piranha’s. Na een uurtje zwemmen kregen we koude frietjes met worst.
Daarna was het al weer tijd om naar huis te vertrekken.
Na een 2 uur durende busreis waren we terug in de Hoogestraat.
Het was een heel gezellig weekend.